Gecategoriseerd | Joop Alleblas

Presentatie van The Raven bij Scheltema

Geplaatst op 20 maart 2019 door Joop Alleblas

Op 17 maart vond de presentatie plaats van de gedichtenbundel The Raven, Louter duisternis, Darkness there and nothing more, Edgar Allan Poe e.a., Stichting Spleen. Amsterdam, 2019

Ik had die dag de eer mijn bijdrage aan deze bundel bij boekhandel Scheltema in Amsterdam voor te dragen. In dit gedicht heb ik geprobeerd om de dichtvorm (rijmschema, ritme, stemming en stijl) van Poe zo goed mogelijk te benaderen, zij het dat de raaf die bij Poe wordt opgevoerd als de verschijning van zijn gestorven geliefde door mij vervangen is door een fikse regenbui. Mereie de Jong heeft de Engelse vertaling voor haar rekening genomen. Hierbij de weergave van mijn gedicht De regen.

De regen

In ’n doorwaakte zomernacht, ’t plensde rond mijn hoofd al uren

Voelde ik een duist’re kracht die mij op vleuglen elders bracht

’n Vreemde macht met kuren deed mij in de bostuin sturen

Iets moest daar zijn blijven hangen, sporen moesten zijn gevangen

Een lichaamsgeur, een diepe zucht geslaakt in vurige liefdesuren

Gehecht en nauwelijks vergangen door buitenmenselijk verlangen

Mogelijk was er zelfs meer in dit onmogelijke weer

 

Door het drenzen op ’t gebladert, ’t gestaag jengelen van de regen

Was onder de hoge bomenkruinen mijn vreemde angst gestegen

Dat zíj misschien dáár was, een roep waar eerder werd gezwegen

Het gevoel dat zij ’t kon zijn, trof mij in mijn diepste wezen

Mijn Dorothea dolend tussen vlagen regen in een wonderlijk en

Aards decor, maar ’k zag slechts tranen dalende in strepen neer

’t Ging nogal te keer en ’t werd alleen maar slechter weer

 

Ritselend werd voor mijn ogen een regengordijn licht bewogen

Bevreesd werd ik daarheen gezogen. Ik krabde in ’n oude wond

Zocht haar huid, haar hart, haar mond en haar geloken ogen

Terstond hoorde ik ook haar stem in de nog prille morgenstond

Ik ben een warme regenbui neem mij, kom mij verkennen

In dit weer is ’t even wennen, maar ik ben deez keer te temmen

’t Smaakt beslist naar meer ondanks dit lelijk weer

 

Langs een heldere regenboog kwam zij chique aangeschreden

Ik zag haar recht van lijf en leden het groene mostapijt betreden

Haar zijden rokken knisterden, net als in het verloor verleden

En ik voelde mij verheven dat ik dit echt mocht herbeleven

Zij daalde met de regen neer, haar rank figuur azuur omgeven

Heel even dacht ik dat zij naar me toe zou zweven

Dit waren geen aardse zaken meer, dit was mijn beminde weer

 

Mijn liefdesvuur was niet te blussen ook al goot het ondertussen

Als herboren wees mijn schat naar een ingekerfd hart

Ze omarmde warm de stam, verlangend om de bast te kussen

Leek op te gaan in ’t struweel, het gespeel werd mij welhaast teveel

Ik was bevreesd haar te verliezen, maar ik had haar in de smiezen

Om ’t noodweer te ontkomen, zocht zij een passend onderkomen

Ze was klaar om te beminnen, ik hoorde haar al luide spinnen

Maar ’k was gespannen als een veer door dit akelige weer

 

Bij ’t besef van dit gebeuren, verblind door felle liefdeskleuren

Keek ik naar ’t wolkendek, dat – verrast door een hemelwaterlek –

Naar de aarde spatte, haar in bezit nam, haar gazeus besprenkelde

Terwijl ik in vuur en vlam ontstak en al mijn zegeningen telde

De hemel die haar bleef omhullen, de regenslagen in haar krullen

Losgeraakt van het hemels zwerk, wilde ze mijn wens vervullen

En veel meer dan weleer wilde ik haar deze keer, ondanks dit nare weer

 

Doch toen verdween zij plotseling en ik zag haar nergens meer

Onthutst schreeuwde ik: regen ik zie haar in geen veld of wegen

Hier voelt alles kledder nat, dat is een hunkerend man gauw zat

Mijn lief is een verzopen kat, dat wenst toch niemand op zijn pad

Verdwijn nu schandelijk regenwicht, je krijgt subiet mijn zegen

Stop uw hinderlijk kwellen, uw waterballet laat onverlet ’t zwellen

Van het besef van alles wat verloren ging op duistere minnewegen

Pas op uw tellen en doe de status quo herstellen

 

Als er nadien weer regen dreigt en mijn temperatuur flink stijgt

Denk ik haar zachte stem te horen, alsof ze andermaal is geboren

Ook al is mij het lot beschoren dat’z mij niet zal toebehoren

Geeft mij dat hoop als nooit tevoren en ben ik reddeloos verloren

Roep mijn kwelgeest op tot staken, laat mij nu uit mijn droom ontwaken

Ik zal haar immers nooit meer smaken onder ’n geurend beddenlaken

Wat rest is ’t nachtelijk braken dat ik pijnlijk door moet maken

Een flink gezwel, een etter zweer veroorzaakt door dit treiterweer

’t Is liefdessmart ze is niet meer, ze komt niet meer

Wat rest dat is dit hondenweer…

 

©Joop Alleblas

Joop Alleblas

Over

De schrijver werd in 1946 in Wateringen geboren als achtste kind van een katholiek gezin van tien kinderen, studeerde economische wetenschappen aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en promoveerde aan de Landbouwuniversiteit Wageningen op een proefschrift over management in relatie tot economische en sociale doelstellingen van ondernemers. Van zijn hand verschenen vele wetenschappelijke artikelen en publicaties. Naast wetenschapper is Alleblas een bezield dichter en een fervent amateurarcheoloog.

Dichten is zijn tweede natuur. Zijn gedichten verschijnen regelmatig in kranten, tijdschriften en deelpublicaties. Hij bracht o.a. korte verhalen uit, publiceerde 8 cartoonsbundels in de serie Vissen in de hemel en 6 gedichtenbundels. Verder doet hij al jaren onderzoek naar de Vissentaal in de breedste zin van het woord. Het is zijn ideaal om eens d.m.v. het gesproken woord met vissen te communiceren en met hen de toekomst te verkennen. Het onderzoek naar de vissentaal vordert langzaam en zal nog heel wat jaartjes duren.

In 2015 zag zijn gedichtenbundel De nacht bestaat niet meer het daglicht. Het is een verrassende poëtische ontdekkingstocht waarbij humor en sarcasme de boventoon voeren. In 2016 verscheen de bundel Jongens die niet kunnen wachten, en staat sindsdien volop in de belangstelling. De derde publicatie van deze trilogie De charme van een schuldig geweten komt in oktober 2017 uit.

Het verbindend element in de trilogie is de jeugd van de dichter in het naoorlogse katholieke Wateringen. Alleblas beschrijft zijn observaties in een groot gezin, waar naast werk en kerkelijke plichten niet veel ruimte leek voor ontspanning en wereldse zaken. In zijn laatste bundel wordt ook ruim aandacht besteed aan de tegenpolen van het gecontroleerde leven in een klein Westlands dorp: de verleidingen van de grote stad en de verlokkingen van de nacht.

Hij voelt zich thuis in het vrije vers. Met een vleugje cynisme etaleert Alleblas in zijn poëzie zijn vrije en zonnige levenswijze. Op luchtige wijze krijgt hij verrassend vat op het schemergebied tussen verbeelding en werkelijkheid. Hij schroomt daarbij niet zijn fantasie de vrije loop te laten. Zo komt hij tot poëzie over het gewone leven, liefde, dood, erotiek en niet-alledaagse voorstellingen.

Regelmatig is Alleblas te vinden op literaire podia. Deelname aan de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd leverde hem in 2012 met De kus van de karper, in 2014 met Avondlicht en in 2016 met De Stad en Biecht van een negenjarige en in 2017 met Alléén als ik een vlindertuin bezoek een top honderd plaats op. De Lierenaar mag zich derhalve sieren met de titel Top-100 dichter.

Binnenkort zal zijn negende cartoonbundel Onvervuld verlangen uit in de serie Vissen in de hemel verschijnen. Deze bundel bevat vijftig tekeningen met vissen die al drinkend en rokend hun leven in de vissenhemel glans proberen te geven.

Lees alle berichten van:

Laat een reactie achter

Onze Sponsoren-Partners

OPMERKING:

Alle Proza en Poezië op deze site is auteursrechtelijk beschermd, en mag alleen met schriftelijke toestemming van de auteur elders gepubliceerd worden.

LIKE ONS OP FACEBOOK:

Laatst toegevoegde uitgave

  • Beste mensen, Hierbij de link naar de livestream van de presentatie van de erotische dichtbundel Vertalersweelde in het kielzog van (en als ode aan) de …Bekijk alle details
  • Het vermoeden van oorlog

    Het vermoeden van oorlog

    De bundel Het vermoeden van oorlog draagt de naam van het titelgedicht, waarmee Alleblas in 2020 de landelijke Plantage Poëzieprijs won. Het is  een reflectie …Bekijk alle details

Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van de laatste nieuwtjes , meld u hier aan dan ontvangt u
onze nieuwsbrief.
* = verplicht veld