Zomaar sta ik daar bij jou
Ontmoeting in de slagerij
De tijd rekt zich uit naar momenten van streling
Jij bepaalde de verdeling
Van tijd tussen mij en die andere vrouw
“Wil je er een tasje bij?”
“Nee, een tasje is niet nodig”
Ik wist het toen niet meer
Er was iets diep in mij geknakt
Nu gedraag jij je als een heer
Geeft me de ham aan en ’t gehakt
Inmiddels ben jij overbodig
“Heb jij die poes nog, met die blauwe ogen?”
Jij hebt mij woord na woord belogen
“Ja, die is mij nog steeds trouw,
zij vraagt allang niet meer naar jou”
© Marijke van Geest