Geplaatst op 25 januari 2012 door Mart van Marrewijk
Een nachtbel zoemt
gestommel
,n Schim doemt op
piepende deur
,n traptrede die kraakt
Loper over de gang
het licht knipt aan
starende ogen
Bang.
raspend geluid
T,is de Nachtzuster die braakt
Nachtpon
Nachtzoen.
Nachtslot
De nachtbel zoemt
geen gestommel
geen schim doemt op
ook geen trap die kraakt
stilte op de gang
Wel ogen
Heel bang.
De Nachtzuster ? die staakt
Nachtkast
Nachtkaars
Nacht
Nacht
DIt is van de dichter langs het water
©Mart van Marrewijk
(1941) geboren als vierde zoon in een groot gezin waar poëzie hem met de paplepel werd ingegoten. Opa Jan was in 1895 al Columnist voor een krant, de Maas en Westerbode en schreef daar gedichten in op sociaal en politiek vlak. Zijn vader en veel ooms en tantes dichten en rijmden hun hele leven.
Zelf was hij al vroeg gaan schrijven en dichten vanaf zijn 15e jaar ongeveer. Maar dit bleef in de familie. Na zijn lange leven als amateur topsporter en kweker om den brode heeft hij sinds 2003 het schrijven wat serieuzer genomen en toen zijn vader op zevenennegentigjarige leeftijd zijn boek "Ik Herinner Mij" uitgaf, besloot hij daar een vervolg op te gaan schrijven.
Aanvankelijk werkte hij alleen in opdracht voor Monumentendag e.d. Later luisterde hij met zijn voordrachten menig evenement van onze vereniging op.
Lees alle berichten van: Mart van Marrewijk