De tijd vóór de spelcomputer

Gecategoriseerd | Paul Waterman

De tijd vóór de spelcomputer

Geplaatst op 23 januari 2010 door Paul Vis

 De noodkerk aan de WillemIII straat werd te krap. Daarom hadden de voormannen van de zich sterk uitbreidende katholieke gemeenschap, het plan opgevat om een nieuwe kerk te gaan bouwen. Daartoe was een stuk braakliggend terrein tegenover de dr. Ariënsstraat aangekocht.

De tijd verstreek, maar het enige dat uit de grond van het bouwperceel kwam was onkruid. Was het wachten op vergunningen? Het bijeen sprokkelen van het benodigde kapitaal? De toestemming van de bisschop? De jongens van de school, er tegenover, hadden er zo zoetjes aan hun werkterrein van gemaakt. Met een tomeloze inzet – jonge jongens eigen – hadden zij een flink aantal kuilen in de grond gegraven en die met elkaar verbonden door gangen; eerst de kuil, groot genoeg om te dienen als ontmoetingsplaats, en dan een loopgraaf er naartoe, allemaal uitgegraven in de blauwe apenklei. Daarna werd het graafwerk zorgvuldig afgedekt. Van sloophout van oude kassen en hout vanuit de omliggende bouwerijen, werd het benodigde dakwerk gemaakt. Dit werd netjes afgedicht met grond en graszoden waardoor de kuilen en gangen in donkere holen en tunnels veranderden: het uiteindelijke doel.

Na verloop van maanden was er een wirwar van gangen en holen ontstaan, die allemaal met elkaar waren verbonden en die van buitenaf nauwelijks meer waarneembaar waren. Dit labyrint was onze geheime onderwereld. Hier, onder het maaiveld, gebeurden dingen die het toenmalige daglicht niet kon verdragen. Alle zaken die bovengronds niet mochten, werden ondergronds met rode oortjes bekeken en uitgeprobeerd. De van thuis gepikte biertjes, gingen van hand tot hand en de plaatselijke schillenboer, ‘dealer avant la lettre’, leverde de nog uit de oorlog stammende Silky sigaretten, die we van onze zakcentjes betaalden en tot kokhalzen toe oprookten. De nudisten blootblaadjes, de romans van ‘Lady Chatterly’s Lover’ en ‘Fanny Hill’ werden aan flarden bekeken en gelezen en in stukken en brokken ondergronds bewaard: de verschillende vaders, de oorspronkelijke eigenaren van deze opwindende lectuur, durfden thuis toch niet te bekennen dat hun literatuur was zoekgeraakt. Alleen ‘De Lach’ en ‘De Piccolo,’ die kwamen en gingen, want die moesten weer terug in de leesmap.

Deze duistere behuizing, dit duivelse oord van genot voor jongetjes die nog net niet droog waren achter hun oortjes, was echter niet voor iedereen toegankelijk. Het was zaak de juiste vriendjes te hebben, anders kwam je niet binnen. Eventuele indringers hoefden niet op genade te rekenen. Zij werden opgejaagd en op passende wijze afgestraft, zodat ze het in de toekomst wel uit hun hoofd zouden laten om nog één keer zulke stoute schoenen aan te zullen trekken. Henry van der Zande was zo’n indringer. Hij werd achterna gezeten tot de leden van de club hem uiteindelijk in een van de poortjes achter de huizenblokken in de kraag konden vatten. Door twee jongens vastgehouden, werd hij door een derde, en daarna door een vierde, nat gepist op een plek waarvan hijzelf ook de dader had kunnen zijn. Huilend en bevuild tot op zijn onderbroek hebben de jongens hem uiteindelijk laten gaan.

Waar de club niet op had gerekend, was de vader van Henry. Deze was, toen zijn zoon druipnat op de deurmat stond en zijn beklag deed, zo kwaad geworden dat hij de daders achterna was gestoven en hen tot in hun geheime schuilplaats was gevolgd.

Wim en ik zaten, samen met vijf andere kameraadjes, bibberend in een van de holen en hoorde, met dichtgeknepen keel, de vader van Henry door de gangen denderen en op afstand tieren en schreeuwen. Dan weer was de razernij links, en dan weer rechts van ons te horen en het zou slechts een kwestie van tijd zijn, of de man met de overslaande stem wist ons te vinden. Uiteindelijk, uit pure angst geboren, besloten we dat de vijand diende te worden uitgerookt. Daartoe werd houtwol – tot dan toe zorgend voor het ondergrondse comfort – verzameld en in brand gestoken, zodat er een kolossaal rookgordijn ontstond en ons, die met de ogen dicht de weg naar de uitgang wisten te vinden, massaal liet vluchtten. Eenmaal boven de grond, hoorden we de man onder de grond vloeken, hoesten en proesten en zagen we de rook door het gras omhoog kringelen. Na enige tijd en voldoende afstand te hebben genomen, zagen we ook hoe de reus uiteindelijk, als was hij Samson die met bovenmenselijke spierkracht de tempel verwoestte, met houten balken en graszoden op zijn rug en de rook in zijn haar, boven het maaiveld uitkwam.

Het duurde een tijdje voor het thuis bekend was, maar gedurende al die tijd schoten we, elke keer als we de voordeurbel hoorde, als een haas naar boven.

‘Er hadden wel dooien kunnen vallen!’ Moeder Anna stond met verschrikte ogen en een verstilde hand voor haar mond, toen ze het verhaal hoorde. Ze had niet gedacht dat haar zoontjes tot zoiets in staat zouden kunnen zijn. Vader Arend stuurde ons – nu wel met toestemming van moe – direct en zonder eten naar bed en we moesten de andere dag in de biechtstoel plechtig beloven het nooit meer te zullen doen.

Het akkefietje met Henry van der Zande was niet iets om trots op te zijn, maar het idee van de rook was uit pure angst ontstaan; we hadden de man immers niets willen aandoen.

Paul Vis

Over

Westlander Paul Vis (Kwintsheul, 1948) is het tiende kind uit een streng katholiek gezin van veertien kinderen. Na een succesvolle carriere als ondernemer in de bouw, besluit Paul in 2006 op 58-jarige leeftijd zijn aandelen te verkopen en zich te wijden aan een onderhuids altijd al aanwezige passie: schrijven. Met vier uitgegeven boeken binnen vier jaar tijd en een vijfde in de maak is Paul Vis de meest actieve Westlandse schrijver van dit moment. Het genre van ‘roman gesitueerd in het Westland’ beheerst hij inmiddels tot in de puntjes en menig Westlander is bekend met zijn schrijfwerk.

Lees alle berichten van:

Geen reacties toegestaan.

Onze Sponsoren-Partners

OPMERKING:

Alle Proza en Poezië op deze site is auteursrechtelijk beschermd, en mag alleen met schriftelijke toestemming van de auteur elders gepubliceerd worden.

LIKE ONS OP FACEBOOK:

Laatst toegevoegde uitgave

  • Beste mensen, Hierbij de link naar de livestream van de presentatie van de erotische dichtbundel Vertalersweelde in het kielzog van (en als ode aan) de …Bekijk alle details
  • Het vermoeden van oorlog

    Het vermoeden van oorlog

    De bundel Het vermoeden van oorlog draagt de naam van het titelgedicht, waarmee Alleblas in 2020 de landelijke Plantage Poëzieprijs won. Het is  een reflectie …Bekijk alle details

Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van de laatste nieuwtjes , meld u hier aan dan ontvangt u
onze nieuwsbrief.
* = verplicht veld