Paul Waterman | Zomerse maaltijden

Gecategoriseerd | Paul Waterman

Zomerse maaltijden

Geplaatst op 25 januari 2010 door Paul Waterman

 

Zestiger jaren

Fragment uit “Tomatenblues”

‘Waar was je?’ Vader Freek was zoals gewoonlijk als laatste binnengekomen, hij moest altijd nog even ‘dit en dat’ doen, voordat hij de hongerige zonen achterna kwam. Die zin ‘waar was je’ maakte mij bij voorbaat altijd al chagrijnig. Kon die man nou niet gewoon ‘hallo’ zeggen of zoiets?  Zonder rond te kijken had hij zijn pet op de stoel achter zich gegooid en, terwijl hij zijn handen inspecteerde of deze wel goed waren schoongemaakt, begonnen met het gebed. ‘Een persoonlijk gesprek met God heette dat, maar tegelijkertijd is tijd kostbaar, dacht ik weleens. ‘Waar zouden zijn gedachten zijn onder het bidden? Ook bij de tomaten?’ De Vader, de Zoon en de Heilige Geest, kon je opdreunen zonder je verstand in te schakelen, dat was gestampte pot. Zelfs als je te dronken was om te praten, kon dat nog vloeiend. Verkeerd omzeggen, bijvoorbeeld ‘In de naam van de Vader, de Geest en de Heilige zoon’, dat wil de mensen nog wel eens wakker schudden, maar de meeste keren was het een ritueel, waarin ook de dagprijs van de tomaten nog wel een plaatsje konden hebben.

Met de eerste schep achter zijn kiezen keek hij me opnieuw vragend aan.

‘Waar blevie nou, jongen? Wat dee je daar al die tijd?’

‘Waar ik bleef? Wat ik deed? Ik moest toch naar de veiling?’

‘Dat bedoel ik ja, maar most dat zolang duren dan?’

‘Pa, overdrijf je niet een beetje. Weet je hoe druk het daar was? In je eentje tweehonderd bakkies tomaten van de aanhanger afhalen, doe je echt niet in een stief kwartiertje. Ik was maar alleen en kabouters bestaan niet. Tenminste, dat zegt u altijd!’

‘Ja, ja.’ Vader Freek gromde. ‘Je broers zijn al begonnen met bladtrekken. Ze kwamme al kijken waar je bleef.’

‘Ze kenne komme wat ze willen pa, maar ik was helemaal verdroogd en ben effe een bakkie wezen doen bij moe. Ik ken geen rekening houden met dat stelletje heethoofden daar.’ Ik wees met een heftige knik naar mijn oudere broer Fred.

Deze mengde zich nu ook in het gesprek. ‘Het is wel gek dat wanneer jij de tomaten wegbrengt, het altijd druk is aan de veiling.’

Even was het stil en bleef ik mijn vader strak aankijken. ‘Was Fred het weer?’, zei ik toen. Oef, ik had het kunnen weten: Fred, de onruststoker.

‘Niet alleen Fred’, mijn vader antwoordde zonder op te kijken en vervolgde: ‘iedereen vindt dat.’ Hij at nu iets te heftig door. Kennelijk moest de klokkenluider beschermd worden.

‘Dan doe je het toch voortaan zelf!’ Ik draaide me daarbij naar Fred en probeerde zo kalm mogelijk over te komen.

‘Dat wil jij niet’, klonk het pesterig.

Ik zweeg.

‘Hebbie je lieffie niet gezien? Was ze er niet?’, ging Fred venijnig door. ‘Ben je daarom zo chagrijnig?’

Ik bleef hem aankijken, maar hield het bij zwijgen. Fred kon zuigen, maar ik zou geen krimp geven.

‘Dat wordt nog wat, als we bij de nieuwe teelt de tomaten over de draad laten groeien’, ging Fred verder. ‘Motten we dan de mankracht van buitenaf halen?’

Ik mot nog zien of dat meer opbrengt’, bromde vader Freek.

Zonder naar me te kijken vervolgde Fred: ‘nou, voor Laurens hoeft het in ieder geval niet, hè Lau? Dan mottie nog harder werken als ie nu al doet en kunnen zijn handjes geen snaar meer voelen. Hè Lautje?’ Wat zullen je fans wel niet denken als ze je met groene vingers aan de snaren zien staan.’

‘Pa, laat Fred morgen naar de veiling gaan; dan komt hij er wel achter wat het is om in je eentje tomaten te moeten lossen.’  Verdomme, hij had weer gewonnen, de klootzak, ik kon er zo moedeloos van worden. Altijd en eeuwig dat gevit, die achterdocht. Het werd tijd dat Fred zijn eigen tuinbedrijf ging runnen.

‘Ja, ja. Ik naar de veiling en jij, op je luie reet vanaf het bankje voor het huis, de werkzaamheden inspecteren zeker’, ging Fred weer.

Nu kletterde ik mijn bestek op tafel en vloog overeind. Hij had het wéér voor elkaar gekregen: ik had mijn gespeelde kalmte verloren. ‘Weet je wat het met jou is?’, schreeuwde ik. ‘Tomaten zijn zo belangrijk, dat je ze na je dood nog plukt.’

‘Tuurlijk! Dat zullen dan de tomaten zijn die jij hebt laten hangen zeker’, kaatste Fred.

‘Dat je wordt begraven en tomaten meeneemt in je kist om niet in paniek te raken.’

Hoongelach.

‘Dat je door je hebzucht in de hel eindigt, waar jouw tomaatjes op een telraam zitten.’

‘Ja, ja.’

‘En dat de duivel je als straf, dag en nacht naar je eigen tomaten laat kijken die door een of andere schimmel worden opgevreten zonder dat je er wat aan kunt doen’, ging ik van haat vertrokken verder.

‘Jongens, jongens’, moeder Co kwam nu tussenbeide. ‘Het lijkt wel of jullie de maaltijd gebruiken om ruzie te maken.’ ‘Koppen dicht’, hoorde ik mijn vader op de achtergrond zeggen. ‘Vechten doe je maar in je eigen tijd.’

Fred stond zwijgend op en liep naar buiten. Ik was oververhit en volgde hem op de hielen; Fred was nog niet klaar met mij.

‘Volgens mij duw jij, als je de kans krijgt, je eigen snikkel ook nog in een overrijpe tomaat.’ Briesend liep ik achter hem aan, ik had de gang erin. Hij had mij aangeslingerd, dus hij kon ze krijgen ook.

Fred zweeg.

‘Durf jij je pik niet te laten zien omdat er dieven aan groeien.’

Schichtig keek Fred om.

‘Denk je zo meteen dat je Lia ligt te beffen, dan blijkt het een opengescheurde tomaat te zijn.’

Met grote stappen beende hij verder van me weg.

‘Verandert jouw zaad langzaam in tomatensap’, schreeuwde ik hem na.

Fred trok een deur van het warenhuis open en verdween tussen de tomaten.

‘Raakt Lia zodadelijk zwanger, en dan blijkt er een grote vleestomaat in te zitten.’

Ik hoorde niets meer:  mission accomplished.  Je zult maar zo’n broer hebben.  Wat had ik een hartgrondige hekel aan die NSB’er.



Paul Waterman

Over

Westlander Paul Waterman (Kwintsheul, 1948) is het tiende kind uit een streng katholiek gezin van veertien kinderen. Na een succesvolle carriere als ondernemer in de bouw, besluit Paul in 2006 op 58-jarige leeftijd zijn aandelen te verkopen en zich te wijden aan een onderhuids altijd al aanwezige passie: schrijven.

Met vier uitgegeven boeken binnen vier jaar tijd en een vijfde in de maak is Paul Waterman de meest actieve Westlandse schrijver van dit moment. Het genre van ‘roman gesitueerd in het Westland’ beheerst hij inmiddels tot in de puntjes en menig Westlander is bekend met zijn schrijfwerk. Naast de boeken is er een Paul Waterman Blog, waarop hij de dagelijkse beslommeringen en actualiteiten, in ironie gedoopt, beschrijft.


Geen reacties toegestaan.

Onze Sponsoren-Partners

OPMERKING:

Alle Proza en Poezië op deze site is auteursrechtelijk beschermd, en mag alleen met schriftelijke toestemming van de auteur elders gepubliceerd worden.

LIKE ONS OP FACEBOOK:

Laatst toegevoegde uitgave

  • Beste mensen, Hierbij de link naar de livestream van de presentatie van de erotische dichtbundel Vertalersweelde in het kielzog van (en als ode aan) de …Bekijk alle details
  • Het vermoeden van oorlog

    Het vermoeden van oorlog

    De bundel Het vermoeden van oorlog draagt de naam van het titelgedicht, waarmee Alleblas in 2020 de landelijke Plantage Poëzieprijs won. Het is  een reflectie …Bekijk alle details

Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van de laatste nieuwtjes , meld u hier aan dan ontvangt u
onze nieuwsbrief.
* = verplicht veld