Wrede kettingzagen zingen daag’lijks hun dood’lijk lied
een kale toekomst wacht ons Westlands grondgebied.
Gillend vreten hun scherpe tanden zich door jouw rijpe stam,
vermalen jouw levend hout, een bloedbad, och wat een verdriet.
Vogelvrij verklaard en vluchten kunnen ze niet,
een rampzalig en pijnlijk sterven is hun trieste lot.
Geen boom overleeft deze aanslag, Westland wil hen niet.
nooit meer bevallig loof, of jonge loten, mijn God!
Deze Raad heeft geen eerbied voor ‘t bomenleven,
natuurbelang is, wat bijna niemand meer doorziet.
’t leven brengend groen waarom zou je er iets om geven
o, wisten ze maar waarom een boom ‘t ware leven biedt.
Na on-wijs beraad heeft Westland in haar nieuwe APV
geen pardon meer voor onze bomen, nee
En zijn ze allemaal bedreigd en verklaard tot vogelvrij,
de gekozen Raad der Wijzen heeft zo besloten, ja zij!
Verpaupering van land en straat, bedreigt
nu bomen in heel Westland mogen wijken.
Waar de straat steeds minder groene adem krijgt
voor belangen van een paar dwazen en wat rijken.
Hier regeren de dommen; een Raad die alle wijsheid mist
zal oogsten valse vreugd, en rap, zelf heilloos sterven.
O Raad, ook u wacht straks een droevig, pijnlijk lot,
uitleg geven naar al uw burgers, maar vooral naar de ene God!
© Aad van Uffelen
