Gecategoriseerd | Geen categorie
Geplaatst op 19 november 2021 door Kristien Jansen
Negentig
Hoe oud ben je nu? Veertig? Wat jong! Dus over twintig jaar
kijk jij naar mij, als ik negentig ben? Dan weet jij intussen
wel dat jouw ouderdom komt, waardoor je wellicht mij
vragend beziet, zoals ik, deze week, mijn zeer oude
vrienden (geen stel): oud, zo oud te zijn, hoe is dat dan?
Hoe helder, hoe wakker, hoe bij de tijd? Ik lees hen.
De ogen zichtbaar verglaasd door de staar, nieuwe lenzen,
de botten zijn broos, binnenshuis lopen gaat met de armen
verwijd voor het evenwicht – de rollator blijft buiten;
de stem blijft herkenbaar, hoewel hoorbaar de leeftijd,
de groeven ervan. Wat weten ze nog? Herinneren
zij zich ons vorige gesprek (ja ja, soms beter dan ik), weten
zij wat er speelt en verstaan zij zich ermee? Ja, o ja,
er ontgaat hen niet veel.
Boven hen zweeft wat ik niet lezen kan maar bij goed
luisteren hoor: leven moeten met het grootste gemis,
de liefste die stierf, zijn daar wel woorden voor; of hoe
zij verdween in de mist van niet weten en juist voluit
vertellen hoe zij er nog is en toch niet meer is wie ze was.
En bij het afscheid zeggen: volgende keer als je komt,
als ik er dan nog ben (het glipt er tussendoor) zet dan
je fiets… Zo ziet de toekomst er dus voor hen uit,
en straks voor mij, als ik er dan nog ben, als jij mij opzoekt,
een enkele keer.
KJ 17 nov 2021