Gecategoriseerd | Paul Waterman
Inspiratie
Geplaatst op 07 november 2010 door Schrijvers tussen de kassen
Of ik in Frankrijk meer inspiratie heb? Nee, schrijven gaat gemakkelijker in Nederland. Lopen, langs het strand bijvoorbeeld, is altijd goed. De zee als mantra. Steeds hetzelfde en toch ook steeds weer anders. Zand, dat schokken dempt en voetstappen achterlaat en zilt water dat een ideale ruis in je hoofd veroorzaakt. Mijn ideale situatie is mist op het strand. Geef mij maar een leeg strand en een gedempt zeegeluid op de achtergrond. Als ik ergens op ideeën kom, is het daar, waar de mantra van de zee klinkt en de vloedlijn de horizon vormt.
Zo zie je maar dat inspiratie ook onderhevig is aan weersinvloeden. Ik heb weleens een hobbystudie gedaan naar gemoedstoestanden in verschillende weertypen. Te beginnen met mist. Die mist moet koud zijn, geluid dempen en amper zicht geven. Dan keren mensen zich in zichzelf en maken ze interne grote schoonmaak. Mist nodigt uit om tot jezelf te komen. Handen in de zakken, kraag omhoog, kijken naar straatstenen en ze toch niet zien. Als de boel zo nu en dan op een rijtje moet, dan hebben we daar mist voor nodig.
Zo doen ook regen en praten het goed met elkaar. Bij regenachtig weer komen we pratend uit bed en pratend gaan we er weer in. Mensen bestaan voor vijfennegentig procent uit water, we voelen ons erin thuis. Dat merk je als je dorst hebt. Dan vergaat het praten je wel. Ook het woord spraakwaterval wijst er naar. Hoe meer regen, hoe meer er wordt gepraat, waarbij moet worden gezegd dat foeteren ook praten is natuurlijk.
Een ander fenomeen is storm. Storm maakt mensen vrolijk. Hoe harder het waait, hoe meer we het naar ons zin hebben. Zoek de Noorderpier in Hoek van Holland eens op en loop zover je kunt de storm tegemoet. Je zult merken dat storm de mensen elkaar gedag laat zeggen en bij orkaankracht hoor je zelfs de schaterlach.
Sneeuw geeft romantische plaatjes. In sneeuw moet je niet lopen, nee, als het even kan moet het onberoerd blijven. Sneeuw maakt ons zacht vanbinnen. Sneeuw hoort bij de zwavelstokjes van Charles Dickens. Stuur een persoon met een collectebus voor een of ander goed doel de sneeuw in en we geven recordbedragen.
Vrieskou geeft ons energie. Mensen zijn van alles van plan als de vorst in de lucht zit. Schaatsen, skiën, wandelen. We trekken dikke, beschermende kleren aan, monteren helemaal op en gaan op zoek naar activiteit.
Tegenover dit alles staat warm zomerweer, waarvan ik denk dat wij Nederlanders daar niet op zijn gebouwd. Ga eens op een warme, zomerse dag op een terrasje zitten en let dan op de passanten. Tien tegen één dat de gezichten op somber staan. Hoe warmer het weer, hoe chagrijniger er wordt gekeken. Gek eigenlijk dat mensen zo kunnen verlangen naar die zon, want ik zie zelden een stralend gezicht en een stralende zon samen!
Nederland en rot weer? Vergeet het maar, Nederland zet aan tot creativiteit!
© Paul Waterman 2010-11-07