Gecategoriseerd | Paul Waterman
Het feestmaal.
Geplaatst op 02 juni 2010 door Schrijvers tussen de kassen
Het feestmaal.
Deze week zijn ze gearriveerd. Twee dochters, één schoonzoon en een kleinkind, maakt samen vier. Het is altijd goed om ze over de vloer te hebben, maar de tweehoofdige bewoning van ons huisje verandert dan wel plotseling in een volledige vakantie-industrie. De bakker wordt bezocht en echt niet alleen voor brood, dus Bakkeren is er niet meer bij. En de bubbeltjesflessen worden ontkurkt en echt niet alleen omdat er sprake is van dorst, dus van enige activiteit komt ook niets. Met andere woorden: er wordt geslapen en geluierd, gegeten en gedronken als god in Frankrijk gewend is te doen. Wij maken schoon, bereiden het eten en…….., we mogen voor ons kleinkind zorgen. Kortom, we proberen dit leven zoveel mogelijk aan hen cadeau te doen. Tot zover is het goed, ware het niet dat onze schoonzoon een hobby heeft, die hij op zijn minst één keer moet kunnen uitoefenen. De kookhobby.
Ook deze keer wilde hij graag voor een avond zijn kunsten vertonen. Daartoe zocht hij een lekker recept in een van de kookbladen, pende een boodschappenbriefje vol en haalde allerlei dingen in huis die er eigenlijk achteraf al waren. Hij strikte zijn kookschort voor, bracht de oven op temperatuur en liet de pannen op het vuur spetteren. Ook verklaarde hij het hele keukengebied als “no go area”: elke keer als we geïnteresseerd kwamen informeren naar zijn vorderingen, werden we resoluut weggestuurd. Toen eenmaal de afzuigkap het areaal aan geuren niet meer aankon, keken we toch maar even in zijn richting. In opperste concentratie was hij. Terwijl tussen zijn rusteloze vingers de theedoek langzaam van kleur veranderde, keek hij ingespannen van pan naar kookboek en van kookboek naar pan en zagen we dat de vaat op het aanrecht weer was gegroeid. Verbaasd kijken we elkaar aan. Hadden wij zoveel vaat? De stapel van zonet was een heuse berg geworden en lege plekjes waren er niet meer. Ja dus, wij bezaten zoveel vaat.
Het eten was lekker. We aten carpaccio als voorgerecht, een heerlijke risotto als hoofdgerecht en we dronken wijn van elke voorkomende kleur. Als toetje was er een kaasplank met een verrassende kaaskeuze, begeleid door een zeer oude port. Daarna kwam de koffie met, speciaal voor de gastouders, een heerlijke zachte calvados. Inderdaad, het ontbrak ons aan niets. De gesprekken werden langer en langer totdat we uiteindelijk midden in een iets te lange zin in bed rolden.
De volgende ochtend om zeven uur werden we gewekt, Sofietje ons kleinkind die we gisteravond braaf op tijd in bed hadden gelegd, stond nu aan ons bed. Haar stemmetje klonk pijnlijk scherp. Ik opende mijn ogen en sloot ze direct tegen het felle licht. Ik stond op en voelde mijn hoofd ritmisch bonken. Ik wilde wat zeggen en walgde. Ik opende de kamerdeur en liep in de richting van de voormalige “no go area”, het keukengebied. Hoe kon ik het vergeten zijn. De vaat!!
© Paul Waterman 2010 2 juni