Een bijzonder Kerstverhaal
Voorwoord
“Kalkoen kan vliegen” is in eerste instantie geschreven als een op zichzelf staand verhaal voor de kerst van 2017. Enthousiaste reacties deden mij besluiten voor kerstmis 2018 een vervolg te maken.
Het streven is dit de komende jaren voort te zetten, een feuilleton met elk jaar in december een aflevering.
Hans Kamp
December 2018
KERSTMIS 2017
Kalkoen kan vliegen
Marieke, die nog even snel een boodschap heeft gedaan, komt met een rode blos op haar wangen van opwinding thuis. “De dakloze man die altijd voor de supermarkt staat, keek zo zielig, dat ik hem uitgenodigd voor het diner. Dat is pas de kerstgedachte in de praktijk brengen. Mooi, hè?”
Dit in een opwelling genomen barmhartig initiatief valt bij het gezin bepaald niet in goede aarde. Haar man Lodewijk vraagt of ze gek geworden is en dochter Anne geeft aan dat ze onder geen voorwaarde naast die vieze zwerver wil zitten. Pim, de jongste van de twee kinderen, weet te vertellen dat hij ergens uit Oost-Europa of de Balkan schijnt te komen en nauwelijks Nederlands spreekt. Daarmee is de toon gezet.
De moeder van Marieke, door iedereen oma genoemd, staat in eerste instantie neutraal tegenover de komst van de dakloze man. Dat verandert echter snel als hij bij binnenkomst direct al een paar flinke slokken neemt uit een fles wodka, die half uit zijn jaszak steekt. Ter introductie wijst hij op zichzelf en bromt “Gregor”. Oma schudt nerveus haar hoofd en mompelt: “Dit gaat niet goed.”
“Daar zitten we weer gezellig met z’n allen op kerstavond aan het diner.” roept Marieke vrolijk uit. Haar man schudt nukkig het hoofd: “Het is nu toch anders.” De familie aan tafel weet dat hij gelijk heeft. Een kerstsfeer is ver te zoeken.
Voorafgaand aan het kerstdiner zegt Lodewijk traditiegetrouw een gebed op. Hij heeft de woorden “verlos ons van het kwade” nog niet uitgesproken of Gregor laat twee enorme boeren. De kinderen kijken elkaar gniffelend aan. De ouderen happen naar adem.
Maar daar blijft het niet bij; ook bij het voorgericht gaat het mis. Als de familie keurig de wildbouillon oplepelt, pakt Gregor zijn bord op en slurpt het in één teug leeg. Verbijstering alom.
Pièce de résistence is ieder jaar een grote kalkoen. Lodewijk rekent het tot zijn taak het beest te braden en met de woorden “die vliegt niet meer” wordt de kalkoen ook nu weer vol trots opgediend.
De kleine Pim reageert snel: “Maar een kalkoen kan wèl vliegen.”
“Nee, wijsneus, een kalkoen kan nièt vliegen,” zegt zijn zus.
Nu mengt ook Gregor met zijn beperkte woordenschat zich in de discussie. “Kalkoen kan vliegen”. Vervolgens kijkt hij met een vuile grijns de tafel rond, pakt met beide handen de reusachtige kalkoen en smijt hem, tot afgrijzen van iedereen, tegen de onlangs wit gesauste muur. “Kalkoen kan vliegen” klinkt het nogmaals triomfantelijk. Dan volgen de gebeurtenissen elkaar in snel tempo op. Lodewijk prevelt nog een keer ”verlos ons van het kwade”, grijpt met verwilderde blik de pepermolen en haalt uit. Het geluid van een brekend neusbeentje is het onmiddellijke gevolg.
Lodewijk en Gregor zijn net in een politieauto met blauwe zwaailichten afgevoerd. Terwijl de kinderen in shock op hun kamer zitten en oma hyperventilerend bij de buren op de bank ligt, zit Marieke zachtjes huilend te midden van de chaos aan tafel. Ze had zich het kerstdiner zo anders, zo mooi voorgesteld.
KERSTMIS 2018
Een jaar later
“Gregor is terug en net als vorig jaar staat hij weer elke dag voor de supermarkt,” meldt Pim vrolijk tijdens het avondeten.
“Gaan we hem weer uitnodigen voor het kerstdiner?”, vraagt zijn zus Anne met een vals lachje om haar mond en ze voegt er vervolgens aan toe: “De muur is weer helemaal wit.”
Pim schatert het uit en imiteert de bromstem van Gregor: “Kalkoen kan vliegen.”
Zijn ouders kunnen er totaal niet om lachen en kijken de kinderen met een woedende blik aan. Hoewel intussen bijna een jaar geleden, zijn ze het drama nog lang niet vergeten. Niet in de laatste plaats omdat Marieke daarna geestelijk is ingestort en ze zich nu net weer kan redden zonder de antidepressiva die de dokter toen heeft voorgeschreven. Lodewijk is er vanaf gekomen met een taakstraf van 120 uur voor mishandeling, waarbij de rechter rekening heeft gehouden met het feit dat Gregor als eerste met de kalkoen heeft gesmeten. De opmerking dat hij nu blijkbaar is teruggekeerd, rijt een oude wond open en beneemt hen abrupt de eetlust.
Er gaat een dag overheen, maar dan kan Marieke zich niet langer inhouden en besluit ze naar de supermarkt te gaan. Niet om inkopen te doen, maar om de man weer te zien door wiens toedoen de woonkamer vorig jaar is verruïneerd. Voor ze de deur uitgaat werpt ze nog even een blik op zichzelf in de grote spiegel. Stoer leren jack, spijkerbroek, laarzen. Ja, ze is er klaar voor om de confrontatie aan te gaan en als ze zich vooroverbuigt naar de spiegel, leest ze de hoofdletter W van wraak in haar fonkelende donkere ogen. Dit is een missie die ze MOET ondernemen.
Daar staat hij. Een kerstmuts met aan/uit flitsende lichtjes op zijn hoofd en een beetje dansend als een dronken beer om de aandacht van het winkelend publiek te trekken.
Marieke slaat het tafereel van enige afstand gade. De shawl die ze voor haar gezicht heeft geslagen, zorgt ervoor dat hij haar niet herkent. Een boosaardig plan komt nu in haar op. En hoewel het stemmetje van haar geweten zegt, het toch vooral niet te doen, zet ze door. Ze kijkt om zich heen en als ze even niemand ziet, loopt ze op de dansende beer af en gooit een twee euro muntstuk niet IN maar bewust NAAST het bakje met munten dat voor hem op de grond staat. Als hij bukt om het muntstuk op te rapen, komt Marieke in actie. Ze doet een stap naar voren en met de stilettohak van haar laars spietst ze de hand van Gregor aan het plaveisel. Hij gromt en kreunt als een gewond wild dier. Marieke doet weer een stap naar achteren en dan is er de blik van herkenning. Gregor schudt zijn hoofd en realiseert zich wat er is gebeurd en waarom. Marieke kijkt nu ook in een paar intens droevige ogen. Haar maag draait om. Dit had ze nooit, maar dan ook nooit, mogen doen. Overmand door spijt doet ze huilend haar haar shawl af en wikkelt die om de hevig bloedende hand. Terwijl ze hiermee bezig is, dringt het tot haar door dat het eigenlijk gewoon wel een goede lobbes is en dat het diep triest is dat hij hier, juist in de tijd voor kerst, zo in alle eenzaamheid staat. Snikkend fluistert ze wat in zijn oor en hij knikt haar dan toe.
Als eenmaal thuis de tranen zijn gedroogd en de rustgevende pillen, die ze toch maar weer heeft ingenomen, hun werk doen, vraagt ze of Lodewijk even naast haar op de bank komt zitten. Deze zit in een stoel aan de andere kant van de kamer en als hij opstaat, Marieke aankijkt, weet hij onmiddellijk: foute boel. Hij wordt hierin bevestigd als ze hem met een van emotie trillende stem meedeelt: “Ik heb Gregor weer uitgenodigd voor het kerstdiner en hij heeft toegezegd te komen.”