Over verboden vruchten wat van alles kan zijn, maar ’t is steeds weer…
Verrukkelijk
Soms wil ik compleet verdwalen
om mezelf weer terug te vinden.
Zonder levensidealen, mij door
verleiding laten verblinden.
Verlies daarbij verantwoording;
goede trouw ontglipt me even.
‘k Geef toe aan een verrukking,
door verlangen ingegeven.
Als de muze zingt dan dans ik;
de smaak van begeerte is sterk.
Al ben ik dan een stouterik,
‘t inspireert mij tot fraai dichtwerk.
Juryrapport
De dichter van ‘Verrukkelijk’ heeft gebruikgemaakt van een min of meer klassieke dichtvorm, drie coupletten van telkens vier regels. In het eerste couplet begint de dichter aarzelend te rijmen, slechts twee van de vier regels eindigen met een rijmwoord. Doordat echter het eindwoord van de eerste regel rijmt op een woord halverwege de derde zin is dit niet echt storend. Het is een soort inleiding voor de volgende twee coupletten met een strak rijmschema, zonder dat er overigens sprake is van enige rijmdwang. De rijmwoorden komen volkomen natuurlijk over.
Zij versterken het ritme van dit gedicht, een vers met een hoorbaar muzikaal gehalte. De dichter speelt op een aanstekelijke wijze met het begrip ‘verboden vruchten’, wat volgens hem of haar ‘van alles kan zijn’ Hij of zij heeft het thema zich persoonlijk toegeëigend, het gedicht gaat over verlangen naar vrijheid, erotiek, overspel. Maar het wordt slechts aangestipt zodat er voor de lezer ruimte genoeg overblijft voor een persoonlijke invulling. En juist dit verhoogt de aantrekkelijkheid van dit gedicht. Het is heerlijk speels, ja het is zoals de titel zegt verrukkelijk en dat maakt dit gedicht zonder meer prijzenswaardig.