De haven maakt muziek, ik wist het niet.
Klanken van kranen in blinkende kleuren
langs oevers van de Waterweg.
Groot uitgevallen schoenendozen vol olie,
bananen, graan schuiven maat voor maat naast,
op of tegen elkaar in een vierentwintigurensymfonie.
Dirigent op afstand stel ik me voor. Geen rok
met lange panden, strik, gesteven bies.
Geen lange slanke handen met een deftig baton
voor gespannen musici, afwachtend publiek.
Nee, pet en bodywarmer, een onmetelijk regelpaneel
Het pochet werd een mobiel. Geen improvisatie
in dit lied. Een mens tussen regelaar en muziek,
leidt tot gedonder in dit stuk van seconden
en millimeters. Slechts één kent de partituur.
Aan de deze zijde ligt de binnenvaart. Een sonate
in rood, wit en blauw die voortdurend wordt opgepoetst.
Meeuwen raken bevangen door romantiek.
Schreeuwen een liefdesduet begeleid door Radio 3
en trotse wappervlaggen.
Overuren van verfspuit en kwast in afgezakte spijkerbroek.
Zweet glijdt een warme harige bilspleet in …
Ik steek snel over naar de schoenendozen.
©Lia Spitters